Kaakchirurg


« Terug naar het overzicht

Na het inbrengen van de implantaten

Na plaatsen van de implantaten kan het tandvlees ter plaatse pijnlijk en gezwollen zijn. Daarvoor krijgt u zonodig een pijnstillend middel voorgeschreven. Ook is het verstandig gedurende één of twee weken na het aanbrengen van implantaten uw voeding aan te passen. Uw behandelaar kan u daarbij adviseren.

De eerste maanden na plaatsen mag u de implantaten niet te zwaar belasten. Een tijdelijk geplaatste voorziening waarborgt de kauwfunctie en de esthetiek zoveel mogelijk. Twee tot zes maanden na het inbrengen zitten de implantaten stevig in het bot vastgegroeid en kan de tandarts of een tandprotheticus (in geval van een overkappinsprothese) hierop de kroon, de brug of de prothese maken. Hij neemt daarvoor onder plaatselijke verdoving soms eerst een klein stukje van het tandvlees boven het implantaat weg.

Wat is er aan kaakgewrichtsklachten te doen?

De tandarts probeert te achterhalen waar uw klachten vandaan komen. Hij zal uw gebit, uw kaakgewricht en uw kauwspieren daarom uitgebreid onderzoeken. Hij kijkt of uw tanden en kiezen opvallend zijn afgesleten en of ze goed op elkaar passen. De tandarts let op geluiden in uw kaakgewricht en onderzoekt of uw onderkaak goed functioneert. Zo test hij bijvoorbeeld hoe ver u uw mond kunt openen. Ook zal uw tandarts van u willen weten of u last heeft van lichamelijke klachten of andere spanningen.

Er zijn verschillende behandelmogelijkheden, afhankelijk van de oorzaak van uw klacht. Zo is er een uitneembaar plaatje van plastic, ook wel spalk genoemd, dat u over uw tanden en kiezen kunt schuiven. Deze spalk kunt u zowel ’s nachts als overdag dragen. Hiermee vermindert u de gevolgen van het tandenknarsen en klemmen. Ook kan uw tandarts u oefeningen laten doen. Hij kan u bijvoorbeeld leren op een andere manier te kauwen. Soms kunnen klachten niet door de tandarts alleen worden verholpen. Dan kan hij u voor een behandeling doorverwijzen naar bijvoorbeeld een centrum voor bijzondere tandheelkunde, een kaakchirurg, een tandarts-gnatholoog (specialist op het gebied van kaakgewrichten), een fysiotherapeut of een psycholoog.

Voorbereiding op het trekken van een tand of kies

Eet van tevoren gewoon goed als u bij uw tandarts of de kaakchirurg een tand of kies moet laten trekken. Slikt u geneesmiddelen? Neemt u die dan gewoon in. Indien u antistollingsmiddelen gebruikt, moet u dit ruim van tevoren melden. Het is sowieso altijd raadzaam een lijstje bij u te hebben waarop vermeld staat welke geneesmiddelen u gebruikt.

Hoe wordt een tand of kies getrokken?

Uw tandarts trekt uw tand of kies met een tang zodra de verdoving goed werkt. Hij maakt daarbij meestal een draaiende of wrikkende beweging. Dat is een vervelend gevoel. De kaakchirurg gebruikt daarbij ook andere instrumenten, omdat hij veelal de moeilijkere ingrepen doet. De ingreep verloopt pijnloos.
Hechten is niet altijd noodzakelijk. Het hangt onder meer af van de grootte van de wond. De tandarts hecht de wond meestal niet. Kaakchirurgen hechten meestal wel. Hij sluit de wond met hechtdraad.

Welke klachten kunnen optreden na het trekken van een tand of kies?

Pijn
Na één tot drie uur raakt de verdoving uitgewerkt. Het is normaal dat u dan pijn krijgt. Zodra u merkt dat de verdoving raakt uitgewerkt, kunt u een pijnstiller nemen. Paracetamol, een pijnstiller die te koop is bij de drogist en apotheek, heeft meestal de voorkeur. Het kan ook zijn dat u een recept voor een pijnstiller meekrijgt van uw tandarts of kaakchirurg.

Nabloeding
Soms bloedt de wond na. Een spoortje bloed vermengd met speeksel is normaal. Stopt het bloeden na ongeveer twee uur niet vanzelf? Leg dan een dubbelgevouwen verbandgaasje of een opgerolde katoenen zakdoek op uw wond. Bijt hier ongeveer een kwartiertje op of druk de plek waar het bloedt stevig dicht met uw duim. Houdt de bloeding niet op? Neem dan contact op met uw tandarts of kaakchirurg.

Koorts
Een beetje koorts na het trekken is normaal. Loopt uw lichaamstemperatuur op tot 39oC of daarboven? Neem dan contact op met uw tandarts of kaakchirurg.

Zwellingen
Soms zwelt de kaak op. Om die zwelling te verminderen, kunt u direct na het trekken uw gezicht wat afkoelen. Stop een paar ijsklontjes in een plastic zakje en doe ze in een washandje. Houd het washandje tegen uw gezicht op de plaats waar uw tand of kies is getrokken. De zwelling kan nog tot drie dagen na de behandeling toenemen, later blauw gaan verkleuren (bloeduitstorting) en vervolgens geel worden. Neem contact op met uw tandarts of kaakchirurg als de zwelling blijft toenemen of wanneer u slikklachten krijgt.

Ontstekingen
Neemt de pijn na enkele dagen niet af? Of neemt deze duidelijk toe? Krijgt u ook een vieze smaak in uw mond? Dan kan er sprake zijn van een ontsteking van de wond. Het is dan verstandig dat u contact opneemt met uw tandarts of kaakchirurg.

Twee manieren van inbrengen

Vaak is het implantaat na plaatsen zichtbaar in de mond; het steekt door het tandvlees heen. Het voordeel daarvan is dat de tandarts voor het aanbrengen van de kroon, de brug of de overkappingsprothese het tandvlees niet meer hoeft open te maken. Het kan ook zijn dat het implantaat na plaatsen met tandvlees wordt overhecht en dus niet direct zichtbaar is in de mond. Deze aanpak kan soms nodig zijn om het implantaat goed te laten ingroeien in het kaakbot en het vermindert de kans op infectie. Voor het aanbrengen van de kroon, brug of prothese moet het tandvlees in dat geval wel opnieuw worden opengemaakt. Uw behandelaar beoordeelt welke aanpak in uw situatie de beste is.

Wie plaatst de implantaten en plaats de prothetische voorziening?

Implantaten kunnen door een tandarts die zich in de implantologie heeft bekwaamd, een tandarts-implantoloog of een kaakchirurg worden aangebracht. De kroon of brug op de implantaten wordt door een tandarts(-implantoloog) gemaakt in samenwerking met een tandtechnisch laboratorium. In geval van een overkappinsprothese op de implantaten kan de behandelaar een tandarts of tandprotheticus zijn. Deze laatste is geen tandarts, maar iemand die specifiek is opgeleid om gebitsprothesen te maken.

Hoe verloopt de behandeling met implantaten?

Voordat de implantaten worden geplaatst, krijgt u een plaatselijke verdoving. Vervolgens wordt het tandvlees op de plek waar het implantaat moet komen losgemaakt zodat het kaakbot zichtbaar wordt. Dan wordt een gaatje in het kaakbot geboord. Daarin wordt het implantaat geschroefd. Vervolgens wordt het tandvlees gehecht. Als u meer dan één implantaat nodig heeft, worden deze vrijwel altijd tijdens hetzelfde behandelbezoek ingebracht.

  1. Plaats waar het implantaat komt.
  2. Het tandvlees wordt losgemaakt.
  3. Er wordt een gaat in het bot geboord.
  4. Het implantaat wordt aangebracht.
  5. Het tandvlees wordt gehecht.

Nazorg bij implantaten

Regelmatige controle is noodzakelijk. De behandelaar geeft aan wanneer hij u wil terugzien voor controle. Hij zal dan kijken of het tandvlees om de implantaten gezond is en of uw kroon, brug of prothese nog op orde is. Met behulp van een röntgenfoto wordt de situatie van het kaakbot rondom uw implantaten beoordeeld.

Kosten van implantaten

Wat u moet betalen voor de behandeling is afhankelijk van de aard van de behandeling en van uw ziektekostenverzekering. Een behandeling met implantaten voor een overkappingsprothese in de onderkaak wordt meestal nagenoeg volledig vergoed door de ziektekostenverzekering. In andere situaties, denk aan een kroon of een brug op implantaten vergoedt de ziektekostenverzekering vaak nauwelijks de behandeling en moet u alles volledig zelf betalen. Vraag uw behandelaar naar een offerte en overleg altijd met uw verzekeraar om misverstanden te voorkomen.


« Terug naar het overzicht

Patiënt worden?

Inschrijven